ECLI:NL:CRVB:2015:527
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- G. van Zeben-de Vries
- D.S. de Vries
- Rechtspraak.nl
Verantwoording van persoonsgebonden budget en terugvordering door Zorgkantoor
In deze zaak gaat het om de verantwoording van een persoonsgebonden budget (pgb) dat aan appellante is verleend door het Zorgkantoor. Appellante heeft een pgb van in totaal € 15.298,13 ontvangen voor het jaar 2011. Echter, een deel van dit budget is niet besteed aan zorg, maar aan het voldoen van een schuld aan het Zorgkantoor. Het Zorgkantoor heeft daarop een bedrag van € 3.099,76 teruggevorderd, omdat appellante niet in staat was om de besteding van dat deel van het pgb te verantwoorden. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante, ondanks haar financiële situatie, verplicht is om de besteding van het pgb te verantwoorden. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel, die het bezwaar van appellante ongegrond had verklaard. Appellante had in hoger beroep aangevoerd dat het Zorgkantoor onjuist rekening had gehouden met het verantwoordingsvrije bedrag en dat er sprake was van dubbele terugvordering. De Raad volgt deze argumenten niet en concludeert dat het hoger beroep niet slaagt. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.