ECLI:NL:CRVB:2015:509
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- W.H. Bel
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Toekenning van bedrijfskapitaal in de vorm van een rentedragende lening met voorwaarden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 februari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft de aanvraag van appellant om toekenning van bedrijfskapitaal voor de ontwikkeling van zijn bedrijf, met toepassing van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). De rechtbank had eerder besloten dat het college van burgemeester en wethouders van West Maas en Waal aan appellant bedrijfskapitaal had toegekend tot een bedrag van € 100.000,- in de vorm van een rentedragende lening van 84 maanden met een rentepercentage van 8%. Deze toekenning was echter onderworpen aan verschillende voorwaarden, die door het college waren vastgesteld op basis van een adviesrapport van een deskundige.
De rechtbank had het beroep van appellant tegen een besluit van het college, waarin het bezwaar tegen de toekenning van het bedrijfskapitaal ongegrond werd verklaard, gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. Appellant ging in hoger beroep tegen deze uitspraak, waarbij hij zich richtte tegen de ongegrondverklaring van zijn beroep. De Raad heeft in zijn overwegingen de voorwaarden die aan de toekenning van het bedrijfskapitaal waren verbonden, beoordeeld. De Raad concludeerde dat het college in redelijkheid deze voorwaarden had kunnen stellen, en dat appellant niet had aangetoond dat hij aan deze voorwaarden niet kon voldoen.
De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank voor zover deze was aangevochten, en oordeelde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde. De Raad benadrukte dat appellant de verantwoordelijkheid had om aan te tonen dat er geen aansprakelijkheden uit het verleden waren, en dat de voorwaarden die aan de lening waren verbonden, gerechtvaardigd waren om de terugbetaling van de lening te waarborgen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met C. van Viegen als voorzitter en W.H. Bel en J.T.H. Zimmerman als leden.