Het Resultaat functiebeoordeling van de derde functie, de medewerker interne dienst (SBC-code 111334, Huishoudelijk medewerker gebouwen) vermeldt het volgende:
“Werkt onder leiding van het hoofd interne dienst en 3 teamleiders in een ziekenhuis. Krijgt mondelinge opdrachten en schriftelijke instructies in de vorm van een werkprogramma, dat bestaat uit dagelijks, wekelijkse en maandelijkse werkzaamheden. Houdt zich aan de voorschriften zoals die gelden voor veiligheid en hygiëne. Volgt trainingen met betrekking tot omgaan met schoonmaakmethodieken. Werkt met een of twee collega’s in kleine teams, welker samenstelling per week wisselt. Kijkt op de daglijst waar de in tijd genormeerde werkzaamheden verricht moeten worden of vraagt dit aan de teamleider. Haalt in de beddencentrale het werkmateriaal op, bestaande uit een netje met microvezeldoekjes en een netje met microvezelmoppen. Maakt op de etage de werkwagen klaar. Doet de klamvochtige microvezeldoekjes in de boxen en bevochtigt de microvezelmoppen volgens voorschrift middels een maatbeker met water. Vult een sproeiflacon met sanitairreiniger en een sproeiflacon met water. Hangt een vuilniszak aan de wagen. Neemt voldoende toiletpapier en handdoekjes mee. Neemt dagelijks het zichtwerk af met een klamvochtige doek. Let erop dat per patiëntenkamer een of meer doeken gebruikt worden. Wist de vloer en mopt deze bij vlekken. Mopt een maal per week de hele vloer. Reinigt de toiletten en douches, en neemt de tegelwanden af. Vult toiletpapier en papieren zakdoekjes bij. Stofzuigt het dagverblijf en de kantoren met zachte vloerbedekking op de verpleegafdeling. Leegt dagelijks de prullenbakken. Maakt nachtkastjes van de patiënten aan de buitenzijde schoon. Maakt binnen- en buitenzijde nachtkastjes en binnenzijde kledingkast schoon als de patiënt naar huis gaat. Wast waskommen in de spoelruimte af. Maakt het bed op in de piketkamer. Veegt of mopt een gedeelte van het trappenhuis. Deponeert volle vuilnisbak in de containerruimte op de etage. Meldt zich aan het eind van de werkdag af bij de leiding. Neemt 1* per 2 maanden deel aan werkoverleg.
Taken: Schoonmaken afdeling 90%
Voorbereiding, werkkast bijvullen en opruimen 5%
Intern transport 5%”.
Van Loenen heeft over deze functie het volgende opgemerkt:
“In de functie van huishoudelijk medewerker gebouwen worden de werkzaamheden uitgevoerd in een ziekenhuis. Een ziekenhuis is per definitie een drukke omgeving, er is een constante stroom van patiënten, bezoekers, verplegend personeel, maar ook andere functionarissen die af en aan lopen door het ziekenhuis. Er kunnen geregeld verstoringen zijn. Werknemer kan niet functioneren in een drukke omgeving! Werknemer is aangewezen op werk waarin zo nodig kan worden teruggevallen op een directe collega of leidinggevende, de schoonmaak werkzaamheden worden veelal solistisch uitgevoerd. In de praktijk zijn collega’s ook afwezig vanwege verlof of ziekte en anders werkt men wel in een andere ruimte/op een andere etage. Werknemer kan dan niet direct een beroep doen op een andere daarnaast is een collega/leidinggevende ook niet altijd bereikbaar en dat in combinatie met de drukke omgeving en de mogelijke verstoringen maakt de functie van huishoudelijk medewerker niet passend.
In de omschrijving van de functie wordt aangegeven dat werknemer werkt met één of twee collega’s, welke samenstelling per week wisselt. Het is aan te bevelen om werknemer met een vaste collega te laten samenwerken. Werknemer kan dan voldoende vertrouwen opbouwen om daadwerkelijk terug te kunnen vallen op een collega. Werknemer heeft namelijk vermijdende persoonskenmerken en het beroep doen op een relatief nieuwe collega kan lastig zijn. Werknemer zou in theorie via de diensteningang in een rustige ruimte (laboratorium) ingezet kunnen worden, maar bij ziekte of verlof wordt er altijd een beroep gedaan op de collega’s om elders in het ziekenhuis te werken. Het is dan ook niet raadzaam om werknemer in te zetten op deze locatie temeer daar uit de aangeleverde stukken blijkt dat werknemer contact met anderen vermijdt. Bezoekers van het ziekenhuis kunnen dagelijks contact met hem zoeken en dat zorgt voor een onnodige overschrijding. Het is niet aan te bevelen om deze werkzaamheden uit te voeren in een openbare ruimte (drukke omgeving).”
In zijn rapport van 11 mei 2015 heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep het volgende vermeld:
“Bij dit onderzoek heb ik de arbeidsdeskundig analisten welke het functiebestand van het CBBS vullen gevraagd om aanvullende informatie.(…)
Bij onderzoek blijken mij de volgende gegevens:
(…)
Het werk als schoonmaker in het ziekenhuis is zeker niet een ‘rustig werkproces’. Immers de werkzaamheden zijn genormeerd. Naar die norm is echt wel goed gekeken. Er moet dus flink doorgewerkt worden om alles binnen de gestelde tijd af te ronden. Er is tussendoor niet echt een mogelijkheid om even rust te nemen of even de vaart eruit te halen. Ook is er natuurlijk de druk om alles volgens de norm schoon te hebben (anders komen er klachten).
Verder vraag je of er geluid en hectiek is op de werkvloer. Geluid en hectiek zal normaal gesproken niet aan de orde zijn.”
In mijn optiek is deze functie als passend aan te merken, zoals uit de beschrijving van de functie blijkt is er geen sprake van deadlines of productiepieken (dit volgt uit het ontbreken van een score op 1.9.7) ook is er geen sprake van werken met een hoger handelingstempo dan gebruikelijk in arbeid. Dat “deel” van de belasting in de werkzaamheden is dus passend bij de herziene functionele mogelijkhedenlijst. Ten aanzien van geluid en hectiek op de werkvloer is er geen sprake van een noemenswaardige belasting zo blijkt uit de opsomming van de analist.”
In het rapport van 6 augustus 2015 heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep te kennen gegeven de visie van Van Loenen niet te volgen. Dat heeft hij als volgt gemotiveerd:
“De opmerking van arbeidsdeskundige Den Hartog m.b.t. het ontbreken van een rustig werkproces, ziet niet zozeer op drukte, hectiek of dynamiek in de werkomgeving, maar op de productienormen. Er wordt, zoals blijkt uit de informatie van de analist, weliswaar flink doorgewerkt, maar van veelvuldige deadlines is geen sprake, gezien de ontbrekende score op item 1.9.7.
De medewerker interne dienst verricht schoonmaaktaken op verpleegafdelingen binnen een ziekenhuis. Er is inderdaad in zekere mate verkeer van patiënten, bezoekers en personeel, maar op een afdeling is noch sprake van een hoge geluidsbelasting en/of de aanwezigheid van grote groepen mensen tegelijkertijd, noch van veelvoorkomende verstoringen. Gezien de rustbehoefte van patiënten kan van hectiek c.q. lawaai en onrust op
verpleegafdelingen - afgezien van incidenten - geen sprake zijn.
De medewerker interne dienst verricht de schoonmaakwerkzaamheden aan de hand van een daglijst. Er is sprake van routinematige taken, waarbij de medewerker wordt aangestuurd door en samengewerkt wordt met de teamleider en enkele collega’s, zoals blijkt uit item 2.9; dit biedt voldoende externe structuur, voorspelbaarheid en overzichtelijkheid. De bezwaarverzekeringsarts heeft daarbij niet bepaald dat samengewerkt zou moeten worden met een vaste collega, zoals arbeidsdeskundige Van Loenen aanbeveelt. Het feit dat belanghebbende vermijdende persoonskenmerken heeft, wil niet zeggen dat anderen te allen tijde contact zouden moeten vermijden en hij in het geheel niet benaderbaar is. Dit blijkt ook niet uit de aangegeven beperkingen in de FML. Het is niet bezwaarlijk als belanghebbende in deze functie eens door een bezoeker of patiënt wordt aangesproken. Deze geneigdheid tot contactvermijding heeft ook niet geleid tot een beperking t.a.v. een specifieke werkomgeving. Wel is een routinematig werkproces vereist dat voldoende externe structuur biedt, dat teruggevallen moet kunnen worden op collega’s of een leidinggevende en dat in het werk geen leidinggevende aspecten voorkomen. Aan de gestelde voorwaarden is in deze functie voldaan. Ik acht deze functie dan ook passend voor belanghebbende.”