Uitspraak
OVERWEGINGEN
4.6 De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft met een rapport van 14 september 2015 gereageerd. Deze heeft aan een audioloog en een audicien de vraag gesteld of iemand als appellant, die niet in een lawaaiige omgeving mag werken en twee hoortoestellen draagt, deze zodanig aangemeten kan krijgen dat deze tevens werken als gehoorbeschermer, waarbij te denken valt dat het hoortoestel geluid tot een bepaald niveau (80 dB) doorlaat, maar geluid boven dat niveau niet laat passeren. De audioloog heeft geantwoord dat het in het algemeen mogelijk en vrij standaard is hoortoestellen in te stellen met een begrenzing, die soms ook gebruikt wordt om de gebruiker te beschermen tegen harde geluiden. Het is soms, met hulp van een handige audicien, mogelijk voor de werksituatie gebruik te maken van otoplastieken waar het hoortoestel ‘doorheen getrokken’ wordt. Bij een combinatie van overgevoeligheid in combinatie met slechthorendheid is het vermijden van situaties met hogere geluidsniveaus in het algemeen aan te raden. De audicien heeft geantwoord dat er hoortoestellen zijn waarbij de begrenzer op circa 80 dB kan worden gesteld en adviseert dat waar normaal gesproken gehoorbeschermers worden gedragen, ook de slechthorende persoon gehoorbeschermers moet dragen, bijvoorbeeld kappen over het hoortoestel. Een kundig audicien of audioloog kan een heel eind komen, zodat iemand met slechthorendheid gewoon deel kan nemen aan het arbeidsproces. Een hoortoestel is geen gehoorbeschermer, maar met de juiste afstelling is er wel een hoop mogelijk. Ook bestaan er actieve gehoorbeschermers die bijvoorbeeld in de jachtsport worden gebruikt. Dit is als het ware een omgekeerd hoortoestel, dat als het stil is een lichte versterking geeft, maar op het moment dat er geschoten wordt een extreem hoge demping.