ECLI:NL:CRVB:2015:4751
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- M. ter Brugge
- C. van Viegen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvragen op basis van onduidelijke woonsituatie en ingangsdatum
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van bijstandsaanvragen door het college van burgemeester en wethouders van Velsen. De appellant had op 2 mei 2013 een aanvraag om bijstand ingediend, maar het college concludeerde na een huisbezoek dat appellant niet zijn hoofdverblijf had op het opgegeven adres. De Raad oordeelde dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij op het opgegeven adres woonde, ondanks zijn stelling dat hij daar vanaf 25 april 2013 woonde. De Raad baseerde zich op de bevindingen van het huisbezoek, waaruit bleek dat er geen persoonlijke bezittingen aanwezig waren die duidden op een hoofdverblijf. De rechtbank had eerder het beroep van appellant tegen de afwijzing van de bijstandsaanvragen ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad benadrukte dat het aan appellant was om te bewijzen dat er gewijzigde omstandigheden waren die recht gaven op bijstand, wat hij niet had gedaan. De uitspraak bevestigde dat de bestreden besluiten van het college terecht waren en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.