ECLI:NL:CRVB:2015:4723

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
22 december 2015
Publicatiedatum
22 december 2015
Zaaknummer
14/852 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de verzekeringsstatus van de echtgenoot van appellante in het kader van de Algemene nabestaandenwet (ANW)

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellante, woonachtig in Marokko, had een nabestaanden- en halfwezenuitkering aangevraagd op basis van de Algemene nabestaandenwet (ANW) na het overlijden van haar echtgenoot in 2012. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had deze aanvraag afgewezen, omdat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. De Svb had eerder aan de echtgenoot meegedeeld dat hij, vanwege zijn verhuizing naar Marokko, niet meer verplicht verzekerd was en had hem gewezen op de mogelijkheid om zich vrijwillig te laten verzekeren, maar deze mogelijkheid was niet benut.

De rechtbank had het beroep van appellante tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat de echtgenoot van appellante niet voldeed aan de voorwaarden voor verzekering onder de ANW. De Raad heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

14/852 ANW
Datum uitspraak: 22 december 2015
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
15 januari 2014, 13/590 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellante] te [woonplaats] , Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 november 2015. Appellante is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door J.A.J. Groenendaal.

OVERWEGINGEN

1.1.
Appellante woont in Marokko. Haar echtgenoot, geboren in 1930, heeft in Nederland gewoond en was ten tijde van zijn overlijden [in] 2012 woonachtig in Marokko. De echtgenoot van appellante ontving vanaf 1 juli 1995 tot zijn overlijden een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW).
1.2.
Appellante heeft een nabestaanden- en een halfwezenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet (ANW) aangevraagd.
1.3.
Bij beslissing op bezwaar van 18 december 2012 (bestreden besluit) heeft de Svb zijn besluit van 2 augustus 2012 gehandhaafd, waarbij is geweigerd een nabestaanden- en halfwezenuitkering aan appellante toe te kennen omdat haar echtgenoot ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was ingevolge de ANW en ook niet ingevolge de Marokkaanse wettelijke regelingen. Evenmin is gebleken van deelname aan de vrijwillige verzekering.
2. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Zij heeft daartoe overwogen dat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet voldeed aan de voorwaarden om verzekerd te worden geacht ingevolge de ANW.
3. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat zij recht heeft op een nabestaandenuitkering.
4.1.
Het oordeel van de rechtbank en de daarbij gebezigde overwegingen worden geheel onderschreven. De echtgenoot van appellante was ten tijde van zijn overlijden niet verplicht verzekerd voor de ANW. Bij besluit van 9 november 2011 heeft de Svb aan de echtgenoot van appellante meegedeeld dat hij, wegens zijn verhuizing naar Marokko, niet meer verplicht verzekerd was ingevolge de ANW en is hem gewezen op de mogelijkheid zich vrijwillig te laten verzekeren voor die wet. Van deze mogelijkheid heeft de echtgenoot van appellante echter geen gebruik gemaakt. Voorts is ter zitting gebleken dat de Svb een afwijzend besluit heeft genomen op het door appellante in bezwaar gedane verzoek om ten behoeve van haar overleden echtgenoot alsnog premies te betalen voor de vrijwillige verzekering voor de ANW.
4.2.
Uit 4.1 volgt dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, in tegenwoordigheid van I. Mehagnoul als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 22 december 2015.
(getekend) M.M. van der Kade
(getekend) I. Mehagnoul
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de datum van verzending beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, 2500
EH ’s-Gravenhage) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen over het begrip verzekerde.

MK