Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 12 maart 2012 ongegrond;
- vernietigt het besluit van 22 maart 2013.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De zaak betreft een aanvraag van betrokkene voor een financiële tegemoetkoming in de kosten van eigen vervoer op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Betrokkene, die lijdt aan een angst- en paniekstoornis met agorafobie, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Heerlen, dat haar slechts in aanmerking bracht voor collectief vervoer. De rechtbank had het beroep van betrokkene gegrond verklaard, maar het college ging in hoger beroep.
De Raad heeft vastgesteld dat betrokkene niet voldoende medische onderbouwing heeft geleverd voor haar stelling dat zij niet in staat is om gebruik te maken van het collectieve vervoerssysteem. De Raad oordeelde dat de medische beperkingen van betrokkene niet van zodanige aard zijn dat het gebruik van een taxi met begeleiding van haar echtgenoot niet mogelijk is. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van betrokkene ongegrond verklaard. Tevens is het besluit van het college van 22 maart 2013 vernietigd, omdat dit besluit voortvloeide uit de vernietigde uitspraak van de rechtbank.
De Raad heeft benadrukt dat betrokkene verplicht is om mee te werken aan een deskundigenonderzoek en dat het niet meewerken aan dit onderzoek gevolgen kan hebben voor haar aanvraag. De Raad heeft het medisch advies van de arts Dautzenberg als voldoende zorgvuldig beoordeeld en geen redenen gezien om de conclusies over de mogelijkheid van de echtgenoot van betrokkene om als begeleider in de taxi plaats te nemen, te betwisten. De uitspraak benadrukt het belang van medische onderbouwing bij aanvragen voor voorzieningen op basis van de Wmo.