ECLI:NL:CRVB:2015:4605
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Toekenning van vergoedingen voor aanpassingen aan een auto voor een burger-oorlogsslachtoffer
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 december 2015 uitspraak gedaan in het geding tussen appellant, een burger-oorlogsslachtoffer, en de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank. Appellant heeft beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder van 10 juni 2014, waarin een korting op de meerkosten van aanpassingen aan zijn auto werd toegepast. Appellant, die in 1945 ernstig gewond raakte door oorlogsgeweld, had eerder vergoedingen ontvangen voor aanpassingen aan zijn auto, maar verzocht opnieuw om vergoeding van meerkosten voor een auto met verhoogde instap vanwege rugklachten. Verweerder had deze aanvraag afgewezen, stellende dat een auto met verhoogde instap ook in de laagste prijsklasse verkrijgbaar is en dat er geen extra kosten aan verbonden zijn.
De Raad oordeelde dat verweerder ten onrechte een korting op de meerkosten had toegepast. De Raad stelde vast dat de gevraagde aanpassingen medisch noodzakelijk waren en dat de afwijzing van de vergoeding voor de verhoogde instap niet terecht was. De Raad concludeerde dat appellant niet verplicht was om een duurdere auto aan te schaffen en dat de gekozen auto geen verband hield met zijn medische klachten. De Raad heeft het beroep van appellant gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en bepaald dat de meerkosten van de aanpassingen aan de auto aan appellant moeten worden vergoed volgens de geldende normbedragen. Tevens werd bepaald dat verweerder het griffierecht van € 45,- aan appellant dient te vergoeden.