ECLI:NL:CRVB:2015:4542
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- J.F. Bandringa
- W.F. Claessens
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand in het kader van de Wet werk en bijstand met betrekking tot een en/of-rekening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft de intrekking en terugvordering van bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) van een betrokkene die medehouder was van een en/of-rekening. De appellant, het college van burgemeester en wethouders van Hoogezand-Sappemeer, had de bijstand van de betrokkene ingetrokken omdat zij geen melding had gemaakt van de bankrekening. De Raad oordeelde dat de betrokkene aannemelijk had gemaakt dat de vooronderstelling dat het tegoed op de rekening haar toebehoorde, niet opging. De Raad nam daarbij in overweging dat het tegoed op de rekening volledig afkomstig was van haar moeder, dat de rekening was omgezet in een en/of-rekening vanwege de gezondheidssituatie van de moeder, en dat er geen bewijs was dat de betrokkene bedragen van de rekening voor zichzelf had aangewend. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en oordeelde dat de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de kosten niet gerechtvaardigd waren. Tevens werd de appellant veroordeeld in de proceskosten van de betrokkene.