ECLI:NL:CRVB:2015:4498
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- Ch. van Voorst
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over afwijzing aanvraag Wajong-uitkering en de beoordeling van psychische klachten
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep wordt de afwijzing van een aanvraag voor een Wajong-uitkering door het Uwv besproken. Appellante, geboren in 1980, heeft op 18 juni 2013 een aanvraag ingediend op basis van de Wet Wajong, in verband met psychische klachten die sinds haar jeugd bestaan. Het Uwv heeft de aanvraag afgewezen op 7 oktober 2013, omdat er onvoldoende medische informatie beschikbaar was om te bepalen of appellante op haar 17e levensjaar arbeidsbeperkingen had. Het bezwaar van appellante tegen deze afwijzing werd ongegrond verklaard op 28 januari 2014.
De rechtbank Oost-Brabant heeft in een eerdere uitspraak het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarbij het medisch onderzoek van het Uwv als zorgvuldig werd beschouwd. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat er medische informatie is die aantoont dat zij op haar 17e levensjaar leed aan een borderline persoonlijkheidsstoornis, wat haar functioneren zou hebben beïnvloed. De Raad oordeelt dat het Uwv ten onrechte heeft nagelaten te beoordelen of appellante alsnog als jonggehandicapte kan worden aangemerkt op basis van artikel 2:3, tweede lid, van de Wet Wajong.
De Raad draagt het Uwv op om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen, waarbij het Uwv rekening moet houden met de inmiddels verstreken termijn van vijf jaar. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige beoordeling van laattijdige aanvragen en de rol van medische informatie in het vaststellen van arbeidsbeperkingen.