ECLI:NL:CRVB:2015:4436
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verantwoording persoonsgebonden budget en terugvordering door Zorgkantoor
In deze zaak gaat het om de verantwoording van een persoonsgebonden budget (pgb) dat appellant heeft ontvangen van het Zorgkantoor Menzis. Appellant heeft in hoger beroep beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, die het beroep tegen het bestreden besluit van het Zorgkantoor ongegrond heeft verklaard. Het Zorgkantoor had eerder besloten om een bedrag van € 5.495,68 terug te vorderen, omdat de verantwoording van de besteding van het pgb niet werd geaccepteerd. De Raad voor de Rechtspraak heeft vastgesteld dat appellant de zorg in de vorm van een pgb heeft gekozen, wat betekent dat hij zelf verantwoordelijk is voor de verantwoording van de besteding, ook al heeft hij het beheer aan een derde overgelaten. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat de verklaring van de zorgverlener onvoldoende is om aan te nemen dat er begeleiding in de zin van de AWBZ is verleend. De Raad komt tot de conclusie dat het hoger beroep van appellant niet slaagt en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Tevens wordt het verzoek om schadevergoeding afgewezen en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.