ECLI:NL:CRVB:2015:431
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.F. Wagner
- G. van Zeben-de Vries
- D.S. de Vries
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing verhuiskostenvergoeding op basis van Wmo
In deze zaak heeft appellant een aanvraag ingediend voor een verhuiskostenvergoeding op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het college van burgemeester en wethouders van Heusden heeft deze aanvraag afgewezen, na een medisch advies van het CIZ, waarin werd geconcludeerd dat de door appellant geclaimde valneiging onvoldoende kon worden geobjectiveerd. Hierdoor was er geen indicatie voor traploos wonen of verhuizing naar een traploze woning. Appellant stelde dat er een telefonische toezegging was gedaan door het college dat de verhuiskostenvergoeding zou worden toegekend, maar dit werd door het college ontkend. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat de adviesrapportage van de medisch adviseur zorgvuldig was en dat er geen aanleiding was om aan de juistheid van de conclusie te twijfelen. De rechtbank Oost-Brabant had eerder het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de Raad bevestigd dat er geen medische noodzaak voor traploos wonen was aangetoond en dat de gestelde toezegging niet ondubbelzinnig was. De Raad heeft het hoger beroep van appellant afgewezen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd.