ECLI:NL:CRVB:2015:4062
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens handelsactiviteiten op Marktplaats.nl
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellanten, die sinds 7 juli 2010 bijstand ontvingen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Veendam heeft in maart 2011 een tip ontvangen over de betrokkenheid van appellant bij fietsendiefstal en in oktober 2011 over zijn handelsactiviteiten via Marktplaats.nl. Naar aanleiding van deze tips heeft de sociale recherche een onderzoek ingesteld, waaruit bleek dat appellant in de periode van 23 augustus 2010 tot en met 31 mei 2012 handelsactiviteiten heeft verricht, wat leidde tot de conclusie dat hij de wettelijke inlichtingenverplichting heeft geschonden. Het college heeft daarop besloten de bijstand van appellanten in te trekken en de gemaakte kosten van bijstand terug te vorderen, wat door de rechtbank is bevestigd.
Appellanten hebben in hoger beroep aangevoerd dat zij niet hebben geschonden en dat de activiteiten van appellant niet aan het recht op bijstand in de weg stonden. De Raad heeft echter geoordeeld dat de onderzoeksbevindingen voldoende feitelijke grondslag bieden voor het standpunt van het college. De Raad heeft vastgesteld dat appellant in de te beoordelen periode handelsactiviteiten heeft verricht, waaronder het verkopen van goederen via Marktplaats, en dat hij geen administratie heeft bijgehouden van zijn inkomsten. Hierdoor kon niet worden vastgesteld of appellanten in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerden. De Raad heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak bevestigd.