Uitspraak
11 oktober 2013, 13/3453 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
20 november 2009 ligt de motivering ten grondslag dat appellant een benadelingshandeling heeft gepleegd, omdat hij door zijn houding en gedrag het recht op loonbetaling heeft prijsgegeven. Nadat de rechtbank het beroep van appellant tegen het besluit van 20 november 2009 ongegrond had verklaard, heeft appellant een loonvordering tegen werkgever ingesteld. De kantonrechter te Helmond heeft op 27 juli 2011 de loonvordering afgewezen. In de daaropvolgende procedure bij het Hof te ’s-Hertogenbosch hebben appellant en werkgever op 25 januari 2012 de zaak geschikt. Werkgever heeft het ontslag op staande voet ingetrokken en aan appellant het salaris over de periode van 23 april 2009 tot en met 30 juni 2009 betaald.
BESLISSING
F.M.S. Requizisione als leden, in tegenwoordigheid van M. Crum als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 28 oktober 2015.