ECLI:NL:CRVB:2015:3735
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bijzondere bijstand voor kosten van eigen bijdragen voor rechtsbijstand en drempelbedrag
In deze zaak gaat het om de toekenning van bijzondere bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) voor de kosten van eigen bijdragen voor rechtsbijstand in de jaren 2012 en 2013. Appellante heeft op 23 augustus 2013 bijzondere bijstand aangevraagd, welke door het college van burgemeester en wethouders van Heerlen op 21 oktober 2013 is toegekend, maar met een drempelbedrag van € 100,- voor de kosten in de jaren 2012 en 2013. Het college heeft bij besluit van 28 november 2013 het bezwaar van appellante ongegrond verklaard, wat leidde tot een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 13 juni 2014.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 27 oktober 2015 geoordeeld dat het college terecht een drempelbedrag van € 50,- per kalenderjaar heeft gehanteerd. De Raad oordeelt dat de situatie van meerdere aanvragen om bijzondere bijstand voor kosten gemaakt binnen één kalenderjaar niet gelijk is aan de situatie van één aanvraag voor kosten verspreid over twee kalenderjaren. De Raad bevestigt dat er geen sprake is van ongelijke behandeling en dat het beleid van het college niet in strijd is met de wet.
De Raad concludeert dat het hoger beroep van appellante niet slaagt en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak is openbaar gedaan op 27 oktober 2015.