ECLI:NL:CRVB:2015:3727
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening bijzondere bijstand diëetkosten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag. Appellante ontvangt sinds 1 juli 1996 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). In 2012 heeft zij het college van burgemeester en wethouders van Delft verzocht om terug te komen van eerdere besluiten met betrekking tot bijzondere bijstand voor diëten die zij in 2006, 2010 en 2011 heeft gevolgd. Het college heeft dit verzoek afgewezen, omdat de brief van de diëtist geen nieuw feit of veranderde omstandigheid opleverde. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat er verwachtingen zijn gewekt dat het inschakelen van een diëtist zou leiden tot een herziening van de besluiten. De Raad heeft echter vastgesteld dat de stukken geen aanknopingspunten bieden voor deze stelling. De diëtist heeft in zijn brief aangegeven dat appellante al lange tijd een glutenvrij dieet volgt en geen klachten ervaart. De Raad concludeert dat de brief van de diëtist niet aantoont dat het volgen van de diëten noodzakelijk was in de jaren waarvoor appellante bijzondere bijstand heeft aangevraagd.
De Raad heeft geoordeeld dat het college het verzoek om herziening terecht heeft afgewezen, omdat appellante geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden heeft aangetoond. De aangevallen uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door P.W. van Straalen, in tegenwoordigheid van R.G. van den Berg als griffier, en is openbaar uitgesproken op 27 oktober 2015.