ECLI:NL:CRVB:2015:3716
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- F. Hoogendijk
- M. ter Brugge
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens niet-wonen op het uitkeringsadres
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van appellant tegen de intrekking en terugvordering van zijn bijstandsuitkering door het college van burgemeester en wethouders van Doesburg. Appellant ontving sinds 10 november 2011 bijstand op het uitkeringsadres, maar het college heeft deze bijstand ingetrokken op basis van onderzoeksbevindingen die zouden aantonen dat appellant niet op het opgegeven adres woonde. De Raad heeft vastgesteld dat de onderzoeksgegevens onvoldoende bewijs bieden voor de stelling van het college dat appellant zijn hoofdverblijf niet op het uitkeringsadres had. De Raad oordeelt dat het college niet bevoegd was om de bijstand in te trekken en de kosten terug te vorderen, en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland die het beroep van appellant ongegrond had verklaard. De Raad herroept de besluiten van het college en bepaalt dat de bijstand van appellant met terugwerkende kracht wordt gecontinueerd. Tevens wordt het college veroordeeld in de proceskosten van appellant.