ECLI:NL:CRVB:2015:370
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- J.J.A. Kooijman
- W.J.A.M. van Brussel
- Rechtspraak.nl
Beëindiging officiersopleiding van appellant wegens onvoldoende competenties en vermeende discriminatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 februari 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die definitief ontheven is uit de officiersopleiding aan de Koninklijke Militaire Academie. Appellant had zijn opleiding in 2008 hervat, maar werd in 2012 ontheven vanwege een gebrek aan de benodigde competenties. De Raad oordeelde dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij niet kon worden geacht de opleiding op 17 augustus 2011 te hervatten. Appellant had gesteld dat hij gehoord had dat hij bij het hervatten van zijn opleiding een risico liep, maar dit was niet onderbouwd. De Raad oordeelde dat appellant voldoende informatie had moeten verstrekken aan de commandant om een onderzoek in te stellen naar zijn zorgen over een veilige leeromgeving.
De Raad bevestigde dat de minister van Defensie het bezwaar van appellant terecht niet-ontvankelijk en ongegrond had verklaard. De rechtbank had eerder geoordeeld dat appellant geen goede verklaring had gegeven voor het niet hervatten van de opleiding en dat de minister alles had gedaan om de klachten van appellant te objectiveren. De Raad concludeerde dat de beoordeling van de competenties van appellant door de minister voldoende feitelijke onderbouwing had en dat er geen aanwijzingen waren voor discriminatoir gedrag van instructeurs.
Het hoger beroep van appellant werd afgewezen, en de Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.