ECLI:NL:CRVB:2015:3510
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- M. ter Brugge
- W. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstand op grond van gezamenlijke huishouding
In deze zaak heeft appellante op 27 mei 2013 een aanvraag om bijstand ingediend op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). In haar aanvraag gaf zij aan alleenstaand te zijn en woonachtig op een bepaald adres. Echter, de gemeente Amsterdam heeft na onderzoek geconcludeerd dat appellante een gezamenlijke huishouding voert met een medebewoner, B, die haar hoofdverblijfplaats is. Dit werd bevestigd door een verklaring van B, waarin hij aangaf dat appellante bij hem inwoont zonder bij te dragen aan de woonkosten en dat er geen schriftelijke overeenkomst is.
De Dienst Werk en Inkomen (DWI) heeft een onderzoek ingesteld, inclusief een huisbezoek en het raadplegen van de gemeentelijke basisadministratie. De bevindingen leidden tot de conclusie dat appellante en B hun hoofdverblijf in dezelfde woning hadden en dat er sprake was van wederzijdse zorg, wat essentieel is voor de vaststelling van een gezamenlijke huishouding volgens de WWB. De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van appellante tegen de afwijzing van haar aanvraag ongegrond.
In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak beoordeeld. Appellante betwistte dat er sprake was van wederzijdse zorg, maar de Raad oordeelde dat de verklaring van appellante tijdens het onderzoek voldoende bewijs bood voor de conclusie dat er wel degelijk wederzijdse zorg was. De Raad benadrukte dat de beoordeling van een gezamenlijke huishouding op objectieve criteria is gebaseerd, en dat de persoonlijke relatie tussen appellante en B niet relevant is voor deze beoordeling.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met A.B.J. van der Ham als voorzitter, en de leden M. ter Brugge en W. van den Brink. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 13 oktober 2015.