ECLI:NL:CRVB:2015:3469
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van een persoonsgebonden budget (pgb) door het Zorgkantoor
In deze zaak gaat het om de terugvordering van een persoonsgebonden budget (pgb) door het Zorgkantoor van appellante. Appellante had in 2011 een pgb van € 22.230,16 ontvangen, maar heeft niet het volledige bedrag verantwoord. Het Zorgkantoor heeft in 2013 vastgesteld dat appellante slechts € 6.988,45 had verantwoord, wat resulteerde in een terugvordering van € 15.241,71. Na bezwaar heeft het Zorgkantoor het terug te vorderen bedrag verlaagd naar € 5.561,71. De rechtbank Midden-Nederland heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat appellante verantwoordelijk is voor het beheer en de besteding van het pgb, ongeacht dat het pgb door de Sociale Verzekeringsbank (Svb) werd beheerd.
Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat een deel van het pgb voor 2011 naar het pgb voor 2012 is overgeheveld. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat appellante niet heeft aangetoond dat er sprake was van een overheveling en dat de Regeling subsidies AWBZ (Rsa) geen mogelijkheid biedt voor het overdragen van niet-besteed budget naar een volgend kalenderjaar. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van appellante niet slaagt. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.