ECLI:NL:CRVB:2015:3456
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.E. Bakker
- J.P.M. Zeijen
- G. van Zeben - de Vries
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en geschiktheid voor functie productiemedewerker industrie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. Appellante, die zich ziek had gemeld wegens rugklachten en later psychische klachten, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat haar geen recht op een uitkering op grond van de Wet WIA toekende. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarop zij in hoger beroep ging. De Raad overwoog dat de gestelde diagnose de ernst en omvang van de klachten van appellante niet verklaart. De door appellante overgelegde brief van haar orthopedisch chirurg bood geen nieuw licht op de zaak. De Raad bevestigde dat de geselecteerde functie van productiemedewerker industrie niet in strijd was met de belastbaarheid van appellante. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met R.E. Bakker als voorzitter en J.P.M. Zeijen en G. van Zeben - de Vries als leden, in aanwezigheid van griffier W. de Braal.