ECLI:NL:CRVB:2015:335
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.S. van der Kolk
- C.C.W. Lange
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op ZW-uitkering na ziekmelding en geschiktheid voor maatgevende arbeid
In deze zaak gaat het om de beoordeling van het recht op een ZW-uitkering van appellante, die zich ziek meldde na een periode van werkloosheid. Appellante was werkzaam als gastvrouw en barmedewerkster, maar viel in 2006 uit door letsel en psychische klachten. Na een eerdere afwijzing van haar WIA-aanvraag, meldde zij zich in 2011 ziek. De verzekeringsarts verklaarde haar in 2012 hersteld voor haar maatgevende arbeid, wat leidde tot het besluit van het Uwv om haar ZW-uitkering te beëindigen. Appellante maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het Uwv verklaarde haar bezwaar ongegrond. De rechtbank bevestigde deze beslissing, waarna appellante in hoger beroep ging. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de medische onderzoeken zorgvuldig waren uitgevoerd en dat er geen sprake was van toegenomen beperkingen die haar geschiktheid voor de functie van wikkelaar in de weg stonden. De Raad concludeerde dat het Uwv terecht had geoordeeld dat appellante per 20 en 22 maart 2012 geschikt was voor haar maatgevende arbeid. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.