ECLI:NL:CRVB:2015:3323
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor zorgindicatie AWBZ voor Persoonlijke Verzorging, Verpleging en Begeleiding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor een indicatie voor zorg op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Appellante, een kind met diabetes mellitus type 1 en coeliakie, had op 24 mei 2012 een indicatie aangevraagd voor de functies Persoonlijke Verzorging, Verpleging en Begeleiding. Het CIZ heeft deze aanvraag op 19 juni 2012 afgewezen, en het bezwaar daartegen ongegrond verklaard in een besluit van 14 november 2012. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad heeft vastgesteld dat de rapporten van de medisch adviseur van CIZ zorgvuldig zijn opgesteld en voldoende inzichtelijk zijn. Er is geen bewijs dat de medische adviezen onjuist zijn. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank dat appellante niet in aanmerking komt voor zorg op basis van de AWBZ, omdat de benodigde verpleging onder de Zorgverzekeringswet (Zvw) valt. De Raad heeft ook opgemerkt dat appellante geen medische onderbouwing heeft voor beperkingen in haar persoonlijke verzorging en dat er geen aanwijzingen zijn voor matige tot zware beperkingen op relevante gebieden voor de functie Begeleiding.
Uiteindelijk heeft de Raad geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt en de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigt. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak is openbaar gedaan op 30 september 2015.