Uitspraak
OVERWEGINGEN
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 6 augustus 2012 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft het Zorginstituut Nederland hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had geoordeeld dat het Zorginstituut ten onrechte was uitgegaan van een jaarinkomen van € 142.325 voor de berekening van de buitenlandbijdrage van betrokkene, die in Frankrijk woont en pensioen ontvangt op grond van de Algemene Ouderdomswet. De rechtbank oordeelde dat het Zorginstituut zich had moeten baseren op de door de Belastingdienst vastgestelde inkomensgegevens, die op € 134.983 waren vastgesteld. Het Zorginstituut stelde dat voor de heffing van de buitenlandbijdrage de maximum inkomens van € 32.369 en € 32.127 in aanmerking moeten worden genomen, en dat het niet uitmaakt of het jaarinkomen € 134.983 of € 142.325 is, omdat beide bedragen boven de maximum inkomens liggen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het hoger beroep van het Zorginstituut slaagt. De Raad oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat het Zorginstituut zich had moeten baseren op het lagere inkomen van € 134.983. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en het beroep tegen het besluit van het Zorginstituut ongegrond verklaard. De Raad benadrukte dat het aan de inspecteur van de Belastingdienst is om te bepalen wat de hoogte van het belastbaar loon van betrokkene over 2009 is, en dat de buitenlandbijdrage correct was berekend op basis van de geldende maxima.