ECLI:NL:CRVB:2015:3225
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om doorstroming naar senior GGP functie binnen de politie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een politieambtenaar, appellant, die verzocht om doorstroming naar de functie van senior GGP (generalist Gebiedsgebonden Politie). Appellant is sinds 3 mei 2002 werkzaam als politieambtenaar en heeft op 1 november 2012 een verzoek ingediend voor doorstroming naar de functie van senior GGP, schaal 8. De korpschef heeft echter op 5 november 2013 negatief beslist op dit verzoek, met als onderbouwing een advies dat appellant niet voldeed aan de vereiste verwachte geschiktheid voor de functie. Dit besluit werd later door de korpschef bevestigd in een bestreden besluit op 23 april 2014, waartegen appellant in beroep ging bij de rechtbank Overijssel. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna appellant in hoger beroep ging bij de Centrale Raad van Beroep.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de korpschef binnen de grenzen van een redelijke beleidsbepaling heeft gehandeld. De Raad oordeelt dat de korpschef in redelijkheid tot een negatief oordeel over de verwachte geschiktheid van appellant voor de functie van senior GGP heeft kunnen komen. De Raad concludeert dat appellant niet voldoende heeft aangetoond dat hij voldoet aan de functie-eisen, met name op het gebied van coach/mentorverantwoordelijkheid. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.