ECLI:NL:CRVB:2015:3187
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid college om aanvraag bijstandsverlening buiten behandeling te stellen wegens onvoldoende gegevens
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant had een aanvraag om bijstand ingediend op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), maar het college van burgemeester en wethouders van Heerhugowaard had deze aanvraag buiten behandeling gesteld. Dit gebeurde op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat de appellant niet binnen de gestelde hersteltermijn de gevraagde gegevens had overgelegd, waaronder bankafschriften en andere financiële gegevens. De Raad oordeelde dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen, aangezien de appellant niet had voldaan aan de informatieverplichting die nodig was voor de beoordeling van zijn aanvraag.
De appellant had eerder bijstand ontvangen, maar deze was ingetrokken wegens schending van de inlichtingenverplichting. Na een periode van detentie had hij opnieuw bijstand aangevraagd, maar het college had hem gevraagd om aanvullende informatie te verstrekken. De appellant had echter niet de gevraagde gegevens aangeleverd, wat leidde tot de beslissing van het college om de aanvraag niet in behandeling te nemen. De Raad bevestigde dat het college in dit geval in redelijkheid kon verlangen dat de appellant de benodigde informatie verstrekte, en dat het niet voldoen aan deze verplichting leidde tot de afwijzing van de aanvraag.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen schadevergoeding of proceskostenvergoeding toegekend aan de appellant. De Raad benadrukte dat het essentieel is voor aanvragers om alle relevante gegevens te verstrekken voor een goede beoordeling van hun recht op bijstand.