ECLI:NL:CRVB:2015:3111
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in sociale zekerheidszaak met betrekking tot bijstandsverlening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 september 2015 uitspraak gedaan over de verzoeken om voorlopige voorzieningen van verzoekster, die in hoger beroep was gegaan tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Verzoekster had financiële problemen en vroeg om een voorschot op bijstand, terwijl het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren had besloten haar bijstand in te trekken wegens onvoldoende medewerking bij het vaststellen van haar woonsituatie. De Raad oordeelde dat verzoekster zelf verantwoordelijk was voor haar financiële situatie, die zij samen met T had gecreëerd. Ondanks haar verzoek om een voorlopige voorziening, werd geoordeeld dat er geen spoedeisend belang was, omdat het dagelijks bestuur al bijzondere bijstand had verleend en de bestaande invordering van bijstand was stopgezet. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen en wees de verzoeken af. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de aanvrager in sociale zekerheidszaken en de afweging van belangen tussen de aanvrager en het dagelijks bestuur.