ECLI:NL:CRVB:2015:2185
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- E.C.R. Schut
- R.B.E. van Nimwegen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door mr. A.R. Kellerman, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De rechtbank had op 12 maart 2015 het beroep tegen een besluit van het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren ongegrond verklaard, waarbij de bijstand van verzoekster met ingang van 1 januari 2014 was ingetrokken. Verzoekster heeft tevens een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, omdat zij in een financiële noodsituatie verkeert. De voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep heeft op 3 juli 2015 het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen sprake was van een spoedeisend (financieel) belang. Verzoekster had geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden aangevoerd die een spoedeisend belang konden onderbouwen. De voorzieningenrechter wees erop dat verzoekster al geruime tijd over een uitkering beschikt en dat de schuldenlast op zichzelf geen spoedeisend belang oplevert. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het verzoek om een voorlopige voorziening werd als kennelijk ongegrond beschouwd. Er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.