ECLI:NL:CRVB:2015:3086
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.G. Rottier
- M.D.F. de Moor
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing Uwv inzake dagloon en wettelijke rente
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 augustus 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft een geschil tussen appellante en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de berekening van het dagloon en de wettelijke rente. Appellante had bezwaar gemaakt tegen een beslissing van het Uwv, waarop het Uwv op 10 februari 2015 een nieuwe beslissing op bezwaar heeft genomen. Appellante heeft de Raad laten weten dat deze nieuwe beslissing tegemoetkomt aan haar bezwaren. Het Uwv heeft in een brief van 7 april 2015 uitleg gegeven over de berekening van het dagloon, waarop appellante niet heeft gereageerd. De Raad heeft vastgesteld dat er geen inhoudelijk geschil meer bestaat tussen partijen, aangezien appellante heeft erkend dat het besluit van 10 februari 2015 aan haar bezwaar tegemoetkomt. Hierdoor heeft de Raad het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 3185,-. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de betrokken rechters.