ECLI:NL:CRVB:2015:2963
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid en gebrek aan nieuwe feiten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 augustus 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. Appellante had een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had deze aanvraag afgewezen. De reden voor de afwijzing was dat appellante minder dan 52 weken onafgebroken arbeidsongeschikt was geweest en in staat werd geacht om ten minste het minimumloon te verdienen. Appellante had geen rechtsmiddelen aangewend tegen deze beslissing.
Na een verzoek van appellante om een nieuwe beoordeling, weigerde het Uwv om terug te komen op het eerdere besluit, omdat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren. Appellante heeft vervolgens opnieuw een aanvraag ingediend, waarbij zij stelde dat bij haar hypermobiliteit was vastgesteld en dat zij een beperkt leervermogen had. Het Uwv weigerde echter opnieuw om terug te komen op het eerdere besluit, wat leidde tot een beroep bij de rechtbank.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarbij zij oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de informatie over de hypermobiliteit en het beperkt leervermogen niet leidde tot andere beperkingen dan eerder vastgesteld. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat het Uwv een nieuwe beoordeling had moeten uitvoeren, maar de Raad oordeelde dat de eerdere afwijzing niet opnieuw kon worden getoetst zonder nieuwe feiten of omstandigheden. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde.