ECLI:NL:CRVB:2015:2874
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.W. Akkerman
- E. Dijt
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering en geschiktheid voor geduide functies na psychische klachten
In deze zaak gaat het om de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, die sinds februari 2011 uitgevallen is voor zijn werk als sondeermeester door psychische klachten en coxartrose. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft vastgesteld dat appellant met ingang van 13 februari 2013 geen recht op een uitkering heeft, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Dit besluit is gebaseerd op het standpunt dat appellant, rekening houdend met zijn medische beperkingen, geschikt is voor algemeen geaccepteerde arbeid. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het Uwv heeft dit ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig heeft plaatsgevonden en de medische grondslag van het besluit deugdelijk is gemotiveerd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft zijn oordeel gebaseerd op dossierinformatie en heeft de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) aangepast. Appellant heeft in hoger beroep opnieuw aangevoerd dat hij meer beperkt is dan door het Uwv is aangenomen, maar de Raad voor de Rechtspraak heeft deze gronden als herhalingen van eerdere argumenten beschouwd en onderschreven dat de rechtbank terecht oordeelde dat de FML correct was.
De Raad heeft geconcludeerd dat het Uwv voldoende gemotiveerd heeft aangetoond dat de belastbaarheid van appellant niet wordt overschreden in de geduide functies. De verzoeken van appellant om een onafhankelijke deskundige te benoemen en om schadevergoeding zijn afgewezen. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.