ECLI:NL:CRVB:2015:2863
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- J.P.A. Boersma
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Weigering van vervoersvoorziening op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning zonder medische noodzaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 8 november 2013 het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag ongegrond verklaarde. Appellant had op 21 november 2012 een aanvraag ingediend voor een vervoersvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het college heeft deze aanvraag op 27 februari 2013 afgewezen, met als reden dat appellant, ondanks lichte beperkingen, in staat zou zijn om met het openbaar vervoer te reizen. Dit besluit werd in een later stadium door het college bevestigd, wat leidde tot de rechtszaak.
De rechtbank oordeelde dat het college terecht had vastgesteld dat appellant in staat was om 800 meter te lopen en dat hij, ondanks zijn beperkingen, gebruik kon maken van het openbaar vervoer. Appellant voerde aan dat zijn beperkingen, met name het niet kunnen staan voor langere tijd, hem belemmerden in het gebruik van het openbaar vervoer. Hij stelde dat de rechtbank en het college onvoldoende rekening hielden met zijn totale beperkingen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de rechtbank de beperkingen van appellant afdoende had besproken. De Raad oordeelde dat de beperkingen van appellant niet zodanig waren dat ze hem verhinderden om gebruik te maken van het openbaar vervoer. Het hoger beroep van appellant werd dan ook afgewezen en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.