ECLI:NL:CRVB:2015:2745
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAO-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en geen toegenomen arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de weigering van een WAO-uitkering aan appellant, die sinds 6 oktober 2003 arbeidsongeschikt is door rugklachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft in 2005 geweigerd om appellant een WAO-uitkering toe te kennen, wat leidde tot een langdurige juridische procedure. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Dordrecht, die het beroep van appellant ongegrond verklaarde. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van zorgvuldig medisch onderzoek door de verzekeringsartsen, en dat er geen nieuwe medische gegevens waren die de eerdere beoordeling konden ondermijnen. Appellant stelde dat zijn rugklachten sinds 2006 waren verergerd, maar de Raad concludeert dat uit de ingediende medische informatie niet blijkt van toegenomen rugbeperkingen ten opzichte van de eerdere beoordeling. De Raad oordeelt ook dat er geen sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellant af.