ECLI:NL:CRVB:2015:2679
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake persoonsgebonden budget en verantwoording aan Zorgkantoor
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een besluit van het Zorgkantoor, dat de verantwoording van een persoonsgebonden budget (pgb) voor het jaar 2012 niet heeft goedgekeurd. Appellant ontving een pgb van € 4.224,66, maar het Zorgkantoor concludeerde dat appellant niet aan zijn verplichtingen had voldaan, zoals vastgelegd in artikel 2.6.9 van de Regeling subsidies AWBZ (Rsa). De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat de verantwoording van appellant diverse gebreken vertoont en dat er niet slechts sprake is van een kleine onvolkomenheid. De Raad bevestigt dat het Zorgkantoor bevoegd was om het pgb lager vast te stellen en de reeds betaalde voorschotten terug te vorderen. De rechtbank Midden-Nederland had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigt deze uitspraak. De Raad benadrukt dat de belangenafweging door het Zorgkantoor zorgvuldig is uitgevoerd, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de tekortkomingen van appellant. De uitspraak is gedaan op 22 juli 2015.