ECLI:NL:CRVB:2015:2630
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van Anw-uitkering met terugwerkende kracht door de Sociale verzekeringsbank
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg, waarbij de Centrale Raad van Beroep zich buigt over de herziening van een Anw-uitkering. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had op basis van onjuiste informatie van het Pensioenfonds van de Metalelektro (PME) een toekenningsbesluit genomen dat later kennelijk onjuist bleek te zijn. De herziening van de Anw-uitkering vond plaats met terugwerkende kracht van vijf jaar, over de periode van april 2008 tot en met april 2013. Appellante, die eerder een uitkering had ontvangen, was van mening dat de herziening met een langere terugwerkende kracht had moeten ingaan, namelijk vanaf de datum van de toekenning van de Anw-uitkering. De Raad overweegt dat de Svb gebruik heeft gemaakt van haar discretionaire bevoegdheid en dat de beleidsregels die zijn ontwikkeld voor dergelijke gevallen door de Raad zijn aanvaard. De Raad concludeert dat er geen aanknopingspunten zijn gevonden die erop wijzen dat de Svb in strijd heeft gehandeld met deze beleidsregels. De aangevallen uitspraak van de rechtbank, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaarde, wordt bevestigd. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.