ECLI:NL:CRVB:2015:2605
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.E. Bakker
- J.S. van der Kolk
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en medische beperkingen
In deze zaak gaat het om de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, die wegens psychische klachten, waaronder posttraumatische stresstoornis (PTSS), niet in staat was om zijn werkzaamheden als sociaal rechercheur uit te voeren. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft vastgesteld dat appellant met ingang van 1 november 2012 geen recht op een uitkering had, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Dit besluit is gebaseerd op een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) die zijn medische beperkingen in kaart bracht. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het Uwv heeft dit ongegrond verklaard, waarbij het verwees naar rapporten van verzekeringsartsen die de diagnose PTSS bevestigden maar geen ernstige psychische aandoeningen constateerden.
De rechtbank Overijssel heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat er geen reden was om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsartsen en dat appellant onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn stelling dat hij meer beperkingen had dan in de FML was opgenomen. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de FML niet voldoende rekening hield met zijn klachten en heeft een rapport van een bedrijfsarts overgelegd ter ondersteuning van zijn standpunt.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de verzekeringsartsen van het Uwv een zorgvuldig onderzoek hebben uitgevoerd. De Raad oordeelde dat appellant niet in staat was om aan te tonen dat het medisch onderzoek onjuist of onvoldoende was. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de functies die aan de schatting ten grondslag lagen, medisch geschikt waren voor appellant. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing in het openbaar hebben uitgesproken.