ECLI:NL:CRVB:2015:2580
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en medische geschiktheid in het kader van de WIA
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. Appellante, die als tandartsassistente werkte, was uitgevallen door long- en psychische klachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had vastgesteld dat zij met ingang van 17 december 2012 geen recht had op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellante was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld.
De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij zij de medische grondslag van het besluit van het Uwv onderschreef. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om aan de bevindingen van de verzekeringsarts te twijfelen. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank volledig onderschreven en voegde daaraan toe dat bij een neuropsychologisch onderzoek (NPO) cognitieve tekorten kunnen worden vastgesteld, maar dat deze tekorten medisch moeten worden herleid naar vastgestelde stoornissen.
In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat de door het Uwv vastgestelde beperkingen onvoldoende zijn en dat er ten onrechte geen duurbeperking is aangenomen. De Raad heeft echter geconcludeerd dat de rechtbank terecht oordeelde dat er geen eenduidige klinische stoornis was vastgesteld die de cognitieve klachten van appellante kon onderbouwen. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een onafhankelijke deskundige te benoemen, omdat de medische beoordeling door het Uwv voldoende gemotiveerd was.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en het verzoek om schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van objectieve maatstaven bij de beoordeling van arbeidsongeschiktheid en de noodzaak van een duidelijke medische onderbouwing voor klachten.