ECLI:NL:CRVB:2015:2572
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- E.E.V. Lenos
- Rechtspraak.nl
Toekenning van kinderbijslag op basis van afgeleid verblijfsrecht en internationale regelgeving
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van kinderbijslag aan een Irakese vrouw, betrokkene, voor haar zoon. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had eerder de aanvraag om kinderbijslag afgewezen op basis van het ontbreken van een geldige verblijfstitel. Betrokkene heeft in hoger beroep diverse internationale rechtsregels ingeroepen, waaronder artikel 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). De Raad oordeelde dat betrokkene recht had op kinderbijslag over het eerste en tweede kwartaal van 2011, omdat zij een afgeleid verblijfsrecht toekwam op basis van de nationaliteit van haar zoon, die de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en het bestreden besluit van de Svb voor zover deze betrekking hadden op de kinderbijslag over de eerste en tweede kwartalen van 2011. De Svb werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van betrokkene, die in totaal € 2.450,- bedroegen. De uitspraak benadrukt de invloed van internationaal recht op nationale sociale zekerheidswetgeving en de bescherming van rechten van kinderen.