ECLI:NL:CRVB:2015:2556
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Herziening van een besluit inzake oorlogsgeweld onder de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft appellante, geboren in 1937, een herzieningsverzoek ingediend tegen een besluit van de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarin haar eerder verzoek om voorzieningen op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo) was afgewezen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 30 juli 2015 uitspraak gedaan. De Raad oordeelde dat de afwijzing van het herzieningsverzoek niet in redelijkheid kon worden gehandhaafd, omdat er strijd was met het beginsel van gelijke gevallen. Appellante had nieuwe verklaringen over een vlucht naar de bergen overgelegd, die niet in overeenstemming waren met de eerdere afwijzing van haar verzoek. De Raad heeft zelf in de zaak voorzien en erkend dat appellante is getroffen door oorlogsgeweld in de zin van de Wubo. De Raad heeft verweerder opgedragen om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van appellante, waarbij de gevolgen van deze erkenning in acht moeten worden genomen. Tevens is bepaald dat het door appellante betaalde griffierecht van € 44,- vergoed moet worden.