ECLI:NL:CRVB:2015:2480
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag woonvoorziening op grond van de Wmo wegens onvoldoende onderbouwing van zorgbehoefte
In deze zaak heeft appellante, die lijdt aan multiple sclerose, een aanvraag ingediend voor een elektrische voorziening om ramen en jaloezieën te openen en sluiten. Appellante stelt dat haar echtgenoot, die haar verzorgt, te zwaar belast is om deze taken uit te voeren. De aanvraag is echter afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Heerlen, omdat het college van mening is dat de echtgenoot deze taken kan verrichten. De rechtbank Limburg heeft het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat appellante heeft doen besluiten om in hoger beroep te gaan.
Tijdens de zitting is appellante verschenen, bijgestaan door haar echtgenoot en een kantoorgenoot van haar advocaat. Het college heeft een verweerschrift ingediend en zich laten vertegenwoordigen door een ambtenaar. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet voldoende medische onderbouwing heeft geleverd om aan te tonen dat haar echtgenoot niet in staat is om de ramen en jaloezieën te bedienen. De Raad heeft ook overwogen dat, zelfs als de echtgenoot niet aanwezig is, een derde deze taken kan uitvoeren.
Appellante heeft verder een beroep gedaan op de hardheidsclausule in de gemeentelijke verordening, maar de Raad heeft geoordeeld dat de gestelde psychische problemen niet zijn onderbouwd en dat het college geen aanleiding had om de hardheidsclausule toe te passen. Uiteindelijk heeft de Raad het hoger beroep afgewezen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd, zonder veroordeling in de proceskosten.