ECLI:NL:CRVB:2015:2455
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ingangsdatum WAZ-uitkering en terugwerkende kracht
In deze zaak heeft appellante, die in het verleden een eetcafé heeft gerund, een aanvraag ingediend voor een WAZ-uitkering vanwege ernstige medische problemen. Het Uwv heeft de aanvraag aanvankelijk geweigerd, maar later alsnog een uitkering toegekend met ingang van 29 november 2010. Appellante was het niet eens met de ingangsdatum en heeft hoger beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat appellante niet kon aantonen dat zij een substantieel bedrag aan WAZ-uitkering is misgelopen. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv in redelijkheid heeft kunnen besluiten om de WAZ-uitkering niet eerder in te laten gaan dan 29 november 2010. Appellante heeft geen nadere onderbouwing ingediend die de eerdere overwegingen van de rechtbank in twijfel zou trekken. Ook de grond dat de hoogte van de WAZ-uitkering onjuist is, slaagt niet. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding.