ECLI:NL:CRVB:2015:2441
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake herplaatsing ambtenaar en toepassing Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant die sinds 1 juli 1975 in dienst is bij de Gemeenschappelijke Regeling WNO Bedrijven 1999, handelend onder de naam 'Breed'. De appellant was laatstelijk werkzaam in een functie die door een reorganisatie is komen te vervallen. Het dagelijks bestuur heeft appellant de status van herplaatsingskandidaat verleend, maar heeft hem niet geplaatst in de functies van commercieel manager en manager detachering. De rechtbank Gelderland heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte zijn beroep op de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgb/CZ) buiten beschouwing heeft gelaten. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank dit terecht heeft gedaan, omdat het dagelijks bestuur zich niet op deze beroepsgrond heeft kunnen voorbereiden. De Raad overweegt verder dat de Wgb/CZ niet van toepassing is op de situatie van appellant, omdat het gaat om het niet plaatsen in een functie binnen een bestaand dienstverband en niet om het aanstellen of beëindigen van een dienstverband. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het dagelijks bestuur in redelijkheid tot de conclusie heeft kunnen komen dat appellant niet geschikt was voor de functies waarvoor hij zich had aangemeld. De Raad wijst erop dat de beoordeling van de geschiktheid van appellant is gebaseerd op het advies van de herplaatsingscommissie, die twijfels had over de geschiktheid van appellant voor de functies, mede vanwege zijn gezondheidssituatie. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak.