ECLI:NL:CRVB:2015:2339
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- G.L.M.J. Stevens
- Rechtspraak.nl
Weigering van een periodieke uitkering op grond van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 met betrekking tot oorlogsgeweld en causaal verband
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 juli 2015 uitspraak gedaan over de weigering van een periodieke uitkering aan appellant op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). Appellant, geboren in 1940 in het voormalig Nederlands-Indië, had eerder aanvragen ingediend voor toekenning van uitkeringen op grond van de Wubo, maar deze waren afgewezen. In 2008 werd vastgesteld dat appellant was getroffen door oorlogsgeweld, maar er was geen blijvende invaliditeit vastgesteld. In 2011 diende appellant opnieuw een aanvraag in, die gedeeltelijk werd goedgekeurd, maar de periodieke uitkering werd geweigerd omdat de werkbeëindiging niet het gevolg was van oorlogsinvaliditeit.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er geen causaal verband bestaat tussen de lichamelijke klachten van appellant en het oorlogsgeweld. De medische adviezen van de geneeskundig adviseur en eerdere beoordelingen gaven aan dat de klachten niet in verband stonden met het oorlogsgeweld. De Raad heeft ook de ingangsdatum van de toegekende toeslag beoordeeld en geconcludeerd dat deze correct was vastgesteld op basis van de aanvraagdatum. Appellant had verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, wat werd erkend door verweerder. De Raad heeft geoordeeld dat de overschrijding meer dan een jaar en vier maanden bedroeg, wat resulteerde in een schadevergoeding van € 1.500,- aan appellant.
De uitspraak concludeert dat het beroep ongegrond is verklaard, maar dat verweerder wel schadevergoeding moet betalen aan appellant.