ECLI:NL:CRVB:2014:746
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- B.J. van de Griend
- Rechtspraak.nl
Ingangsdatum periodieke WUBO-uitkering en ambtelijke fout bij afwijzing eerdere aanvragen
In deze zaak gaat het om de ingangsdatum van een periodieke uitkering op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). Appellant, geboren in 1930 in het voormalig Nederlands-Indië, had in 1997 een aanvraag ingediend voor erkenning als burger-oorlogsslachtoffer, welke was afgewezen. Na meerdere verzoeken om herziening, werd appellant in 2010 erkend als burger-oorlogsslachtoffer, maar de toekenning van een periodieke uitkering werd geweigerd. In beroep was enkel de ingangsdatum van de toekenningen aan de orde. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat verweerder de ingangsdatum had vastgesteld op 1 juni 2009, de datum van het herzieningsverzoek. Appellant stelde echter dat er een verdergaande terugwerkende kracht had moeten worden toegekend, gezien de ambtelijke fouten bij de eerdere afwijzingen.
De Raad concludeerde dat er bij het afwijzen van de eerdere aanvragen sprake was van een ambtelijke fout, omdat het onderzoek naar de feiten niet adequaat was uitgevoerd. De Raad oordeelde dat de eerdere afwijzingen berustten op ontoereikend onderzoek en dat appellant recht had op de maximale terugwerkende kracht van vijf jaar. De Raad vernietigde het besluit van verweerder en stelde de ingangsdatum van de uitkering vast op 1 juni 2004. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 974 en moest het griffierecht van € 35 worden vergoed.