ECLI:NL:CRVB:2015:2321

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
15 juli 2015
Publicatiedatum
15 juli 2015
Zaaknummer
13-6100 TOG-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van uitspraak van de Raad van 8 april 2015 met betrekking tot sociale zekerheidswetgeving

Op 15 juli 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 13/6100 TOG-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 8 april 2015. De Raad constateerde dat de eerdere uitspraak kennelijke fouten bevatte en heeft partijen de gelegenheid geboden om schriftelijk te reageren op de voorgestelde rectificatie. Dit gebeurde via een brief van 26 mei 2015, waarin werd aangegeven dat als er geen reactie zou komen, de Raad ervan uitging dat er geen bezwaar was tegen de rectificatie. Aangezien er geen reacties zijn ontvangen, heeft de Raad besloten de uitspraak te rectificeren.

In de rectificatie zijn specifieke fouten gecorrigeerd die betrekking hebben op de proceskostenveroordeling en de vergoeding van griffierechten aan de appellanten. De eerdere vermelding dat het college tot vergoeding van de proceskosten van appellanten werd veroordeeld, is aangepast. De Centrale Raad van Beroep heeft nu vastgesteld dat het Svb (de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank) verantwoordelijk is voor deze vergoedingen. De uitspraak is gedaan door A.J. Schaap, in tegenwoordigheid van griffier R.L. Rijnen, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

13 6100 TOG-R, 13/6101 TOG-R

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 8 april 2015, 13/6100 TOG

+ 13/6101 TOG

Partijen:
[appellant] en [appellante] te [woonplaats] (appellanten)
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak: 15 juli 2015

PROCESVERLOOP

De Raad heeft geconstateerd dat de uitspraak van 8 april 2015 met de kenmerken 13/6100 TOG + 13/6101 TOG kennelijke fouten bevat.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een rectificatie van de uitspraak. Dit is gebeurd bij brief van 26 mei 2015. In deze brief is vermeld dat indien er binnen de in deze brief gegeven termijn geen reactie wordt ontvangen de Raad ervan uitgaat dat men geen bezwaar heeft tegen de rectificatie.
Partijen hebben op de brief van 26 mei 2015 niet gereageerd.

OVERWEGINGEN

Onder BESLISSING, 5e en 6e gedachtenstreep, staat ten onrechte vermeld:
  • Veroordeelt het college tot vergoeding van de proceskosten van appellanten in beroep en in hoger beroep tot een bedrag van € 1.727,40;
  • Bepaalt dat het college aan appellanten het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 162,- vergoedt.
Dit moet zijn:
  • Veroordeelt het Svb tot vergoeding van de proceskosten van appellanten in beroep en in hoger beroep tot een bedrag van € 1.727,40;
  • Bepaalt dat het Svb aan appellanten het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 162,- vergoedt.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 8 april 2015, 13/6100 TOG + 13/6101 TOG, met de wijziging als in overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door A.J. Schaap in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 15 juli 2015.
(getekend) A.J. Schaap
(getekend) R.L. Rijnen

JL