ECLI:NL:CRVB:2015:2225
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.F. Claessens
- P.W. van Straalen
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsuitkering wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstandsuitkering van appellant, die sinds 3 mei 2012 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand. Het college van burgemeester en wethouders van Hoogezand-Sappemeer heeft twijfels gekregen over de rechtmatigheid van de verleende bijstand en heeft daarom een onderzoek ingesteld naar de woonsituatie van appellant. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellant geen juiste en volledige informatie heeft verstrekt over zijn woonadres, wat essentieel is voor het vaststellen van het recht op bijstand.
De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Noord Nederland, die het beroep tegen het besluit van het college ongegrond had verklaard. Appellant betwist de bevindingen van het college en stelt dat getuigen hebben verklaard dat hij op het uitkeringsadres woonde. De Raad oordeelt echter dat de onderzoeksresultaten van het college voldoende grondslag bieden voor de intrekking van de bijstand. De Raad wijst erop dat appellant niet op het uitkeringsadres is aangetroffen tijdens aangekondigde huisbezoeken en dat er geen persoonlijke bezittingen aanwezig waren tijdens het huisbezoek.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van appellant niet slaagt. De Raad concludeert dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak wordt openbaar uitgesproken op 7 juli 2015.