ECLI:NL:CRVB:2015:2199
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van Wajong-uitkering op basis van ontstaan handicap na zeventiende verjaardag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De appellant, geboren in 1980, had op 6 september 2011 een laattijdige aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had deze aanvraag afgewezen, omdat de handicap van de appellant was ontstaan in 2004, na zijn zeventiende verjaardag. Hierdoor viel hij niet binnen de doelgroep van de Wet Wajong.
De rechtbank had het beroep van de appellant tegen de beslissing van het Uwv ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de beperkingen van de appellant op zijn zeventien- en achttienjarige leeftijd niet met voldoende zekerheid konden worden vastgesteld. De appellant had in die periode gewerkt in verschillende dienstverbanden, wat volgens de rechtbank erop wees dat hij niet arbeidsongeschikt was. De Raad bevestigde deze bevindingen en oordeelde dat de appellant niet als jonggehandicapte kon worden aangemerkt, omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden van de Wet Wajong.
De Raad overwoog verder dat de appellant niet kon aantonen dat hij gedurende de relevante periode belemmeringen had om arbeid te verrichten. De verklaring van de moeder van de appellant, die stelde dat er sprake was van veelvuldig verzuim, werd niet als voldoende onderbouwd beschouwd. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.