ECLI:NL:CRVB:2015:2107
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- J. Brand
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de uitvoering van een tussenuitspraak door het Zorgkantoor met betrekking tot het persoonsgebonden budget van appellante
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Groningen. De zaak betreft de uitvoering van een tussenuitspraak door het Zorgkantoor Menzis met betrekking tot het persoonsgebonden budget (pgb) van appellante voor het jaar 2009. In een eerdere tussenuitspraak, ECLI:NL:CRVBL2014:677, oordeelde de Raad dat het Zorgkantoor niet op de juiste wijze uitvoering had gegeven aan de eerste tussenuitspraak. Het Zorgkantoor heeft vervolgens een nader besluit genomen waarin het pgb van appellante is vastgesteld op € 45.833,14, waarmee het Zorgkantoor tegemoetkwam aan het beroep van appellante.
De Raad heeft in deze uitspraak de procesgang uiteengezet, waarbij appellante werd vertegenwoordigd door mr. A.E. Hiehle en het Zorgkantoor door mr. S. Boot. Na een nadere zitting op 3 december 2014, waarin het onderzoek werd gesloten, heeft de Raad het nader besluit van het Zorgkantoor beoordeeld. De Raad concludeert dat het nader besluit geheel tegemoetkomt aan het beroep van appellante, maar dat er nog steeds procesbelang bestaat voor appellante met betrekking tot eerdere besluiten van het Zorgkantoor.
De Raad heeft vastgesteld dat de bestreden besluiten van het Zorgkantoor onrechtmatig zijn en heeft deze besluiten vernietigd. Tevens is het Zorgkantoor veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellante in hoger beroep, begroot op € 94,80, en tot terugbetaling van het betaalde griffierecht van € 153,-. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.