Uitspraak
OVERWEGINGEN
22 augustus 2011 heeft appellant als grondwerker hervat bij een andere werkgever en is een einde gekomen aan zijn werkloosheid. In de periode daarna heeft hij zich enkele malen ziek gemeld en in verband daarmee een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) ontvangen, laatstelijk vanaf 14 juni 2013. Tot kort voor deze laatste ziekmelding was hij als grondwerker werkzaam geweest voor weer een andere werkgever.
7 augustus 2011, wegens een te late WW-aanvraag op 8 augustus 2011. Deze laatste maatregel is echter tot 1 juli 2011 niet geëffectueerd omdat tot die datum al sprake was van een tijdelijk gehele weigering van uitkering en voor het overige is de maatregel deels niet geëffectueerd in verband met vakantie van appellant langer dan het aantal dagen waarop hij op grond van de vakantieregeling recht had.
3 februari 2014 weer in staat wordt geacht zijn werk te doen en daarom geen recht meer heeft op een ZW-uitkering. Bij besluit van 11 maart 2014 (bestreden besluit II) heeft het Uwv het door appellant tegen dit besluit gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
13 oktober 2014.
BESLISSING
- bevestigt aangevallen uitspraak I voor zover aangevochten;
- bevestigt aangevallen uitspraak II;
- wijst het in beide zaken gedane verzoek om veroordeling tot vergoeding van wettelijke rente af.