Uitspraak
Y. Winter. De Raad heeft het onderzoek ter zitting geschorst.
OVERWEGINGEN
28 oktober 2009 meegedeeld appellant te compenseren met een financiële tegemoetkoming van maximaal € 15.000,- als tegemoetkoming in de kosten van het bezoekbaar maken van de woning. Appellant heeft tegen dat besluit bezwaar gemaakt. Het college heeft in een besluit van 7 juni 2010 het bezwaar ongegrond verklaard. Appellant heeft tegen dat besluit beroep ingesteld.
26 november 2014 heeft Y. Winter namens het college gesteld dat de financiering van de bouw door het college ook deze posten bevat (behalve wandafwerking en vloerbedekking in de slaapkamer), ook als daarmee het bedrag van € 30.311,19 zou worden overschreden. Partijen hebben daarna onderling besloten dat uitsluitend nog in geschil is de vraag of al dan niet terecht het bedrag van € 16.000,- in mindering is gebracht op het te financieren bedrag.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 25 juli 2014 gegrond en vernietigt dat besluit, voor zover daarin een bedrag van € 16.000,- in mindering is gebracht op de aanneemsom;
- bepaalt dat het college aan appellant het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 112,-vergoedt.